| |||||||||||
VerenigingHistorieHistorieDe 'Societeit van Sint Caecilia van Schimmert' werd in 1845 opgericht op voorstel van pastoor Arnoldus Swelsen en kapelaan Jan Joseph Demacker. Tezamen met de burgemeester Martinus Eijssen, de verschillende besturen van bestaande verenigingen en de parochianen oordeelde men dat een hoger staande muziek noodzakelijk was om de jeugd en de parochianen bij feestelijke gelegenheden te vervrolijken en te vermaken en meer nog om de kerkelijke feesten, vooral de grote bronkprocessie, met muziek op te luisteren.
Burgemeester Martinus Eijssen werd de 1e president (voorzitter) en koster Joannes Frijns de 1e directeur. (dirigent) Deze dirigent werd bekostigd door de kerk. Het reglement van 1851 vermeldt onder artikel 1: “Het doel van het gezelschap moet zijn om toon en zangkunde te bevorderen en der’ Goddienstplegtigheden eer en luister bij te zetten.” In de bijbehorende lijst der werkende leden en de honoraire leden mede ondertekend komen we de volgende familienamen tegen: Baggen, Demakker, Eisen, Frissen, Frijns, Knols, Kurvers, Lemmens, Lenaards, Mulkens, Offermans, Ramaekers, Sieben, Slangen, Speetjens, Swelsen, Timmermans, Timmers, Vankan, Vanoppen, Vonken, Vromen, Waelen. In totaal 21 werkende leden, waarvan 4 zangers. Hun instrumenten/respectievelijk partijen in 1851 waren: Klein fluit, Klein klarinette, Solo klarinette, Klarinette, Kornet a piston, Horen, Trombon, Bas trombon, Klappenhoren, Tenorhoren, Ophiecliede, Tambour.
De beroepen van deze werkende en honaire leden waren: Burgemeester, Herbergier, Kaarsmaker, Kapelaan, Koopman, Koster, Landbouwer, Linnewever, Metselaar, Molenaar, Pastoor, President van het kerkbestuur, Rentenier, Schoenmaeker, Schrijnewerker, Winkelier.
Om onbekende redenen werd reeds vóór 1865 overgegaan naar een fanfare-bezetting. Tóch wordt in de Schimmertse volksmond het orkest na bijna anderhalve eeuw nog steeds “de hermenie” genoemd.
Dienstbaarheid aan de gemeenschap is anno nu nog steeds een van de hoofddoelstellingen van de vereniging. Zij omvat tegenwoordig vijf geledingen, te weten Leerlingenorkest, Jeugddrumband, Jeugdfanfare, Drumband en Fanfare. Sinds 1970 heeft de vereniging een grote groei doorgemaakt in omvang en kwaliteit door onder meer een goede opleiding van de leden, ondersteuning door bestuur en middenkader, en externe muzikale adviezen in combinatie met een gedreven en bezielende muzikale leiding. |
|||||||||||